Scheppen riep hij gaat van Au

Een ‘rommelig schutterstuk’, zo noemde Jessurun d’Oliveira zijn klassiek geworden bundel interviews met enkele van de beste Nederlandstalige romanschrijvers en dichters uit de naoorlogse periode, zoals W.F. Hermans, Lucebert, Harry Mulisch, Jan Wolkers, Hugo Claus, G.K. van het Reve en Leo Vroman. Voor ‘rommelig’ leze men liever veelzijdig, flitsend en vol onverwachte wendingen. Maar een schutterstuk is het zeker, dit groepsportret van elf mannelijke auteurs, die elk op een eigen manier een stempel drukten op onze literatuur in de decennia na 1945. In de handen van Jessurun d’Oliveira wordt het interview niet louter een instrument van human interest, maar wordt het bijna een essayistisch genre op zichzelf, en dan van de meest levendige en verrassende soort. <br/><br/>H.U. Jessurun d’Oliveira (1933) is oud-hoogleraar rechtsfilosofie, internationaal privaatrecht, rechtsvergelijking, Europees recht en migratierecht in Groningen en Amsterdam en aan het Europees Universitair Instituut te Florence. Naast zijn juridische werk verwierf hij bekendheid als letterkundige. Zo was hij redacteur van Propria Cures (1957-1959), Tirade (1959-1961) en Merlyn (1962-1966). Voor zijn bundel essays over Nederlandse poëzie Vondsten en bevindingen (1967) ontving hij de Wijnaendts Franckenprijs. Een keuze uit zijn opiniestukken voor onder meer het dagblad Trouw en het Nederlands Juristenblad bundelde hij in Woorden als daden (2004). ‘Een interessante, hoogst lezenswaardige bundel, die men met zes zintuigen moet hanteren’ – C.J.E. Dinaux ‘D’Oliveira’s interviews hebben niets aan urgentie en sprekendheid ingeboet’ – Thomas Vaessens De reeks <br/><br/>Athenaeum Boekhandel Canon verschijnt in samenwerking tussen Athenaeum Boekhandel en Amsterdam University Press. Voor meer over de reeks zie www.aup.nl/aaa-serie en www.athenaeum.nl.