Tumbas

graven van dichters en denkers

Prijs € 49,90

Uitverkocht

Ook beschikbaar als:

C. Nooteboom, Cees Nooteboom

Hardback | Maart 2007 |

Beoordeel dit boek als eerste!

Beschrijving

Graf van Robert Louis Stevenson. Mount Vaea, het eiland Upolu, Samoa 1987Wat was het eerste graf dat ik beschreef roen ik nog niet aan dit boek dacht? Ik was al over de veertig, een te late lezer van Proust: en ook daar, op P Lachaise, die sensatie van bijna familie, van te veel weten. Het was 1977, ik was nog vol van Albertine en Charlus, van de hertogin de Guermantes en Norpois, van Bloch en Elstir. Het was een novemberdag.Allerzielen, koud en winters. De levenden bezochten de doden en ik bezocht de mijne en schreef op wat ik zag en dacht. Op de bestsellerlijst van de dood stond Balzac bovenaan: hij had vier bossen chrysanten en twee brandende kaarsje. Proust moest het doen met twee simple neergelegde bosjes roestkleurige asters.G rd de Nerval met heel small en aandoenlijk bosje blauwe bloemetjes. Nu, zoveel jaren later, zie ik dat blauw van vergeet-mij-nieten nog voor me. Balzac en Nerval liggen in hetzelfde straatje, schuin tegenover elkaar: voor Proust moet je, net als de bezoekers van Piaf, de weg verlaten – zonder de landkaart van dit dodenrijk zou je zijn graf niet vinden. Toen ik ervoor stond wist ik niet precies wat ik moest denken. Het is natuurlijk ook verwarrend. Onder de schijn van een aanwezigheid – per slot van rekening staat ere en naam, ligt ere en doed – benoemt zo’n graf natuurlijk juist de afwezigheid van iemand: Proust is nergens meer, dus ook hier niet. En toch, door de concrete zwarte marmeren vorm van dat graf verkeer even in de illusie dat je zijn aanwezigheid bent, in zijn buurt, als het niet kinderachtig was zou je zeggen du c t e cbez lui en daarbij denken aan twee smalle kerktorens ergens in Normandi die in het leven van het kind dat de man zou worden die nu in dit graf ligt zo’n belangrijke rol gespeeld hebben dat hij er op een manier over zou schrijven die mij nu nog dwingt over hem en zijn verloren en teruggevonden tijd na te denken. Waarom? Omdat hij die tijd niet alleen voor zichzelf, maar voor iedereen die hem leest heeft teruggevonden. Maar ben ik wel in zijn buurt? Is hij niet veel meer met dat hele leven van hem, met al die figuren van wie ik nooit gehoord zou hebben als ik hem niet gelezen had, nu juist in mijn buurt gekomen? Ik kan er niet omheen, het gevoel blijft zich opdringen dat die zwarte, glanzende tombe voor me tot de rand gevuld is met samengebalde tjd, met teruggevonden tijd die de schrijver op de verloren tijd heroverd had. zodat er nog een nebuleus vermoeden om de lezer heen hangt over wie Charlus of Madame Verdurin of Albertine waren, schimmen die anders voorgoed verdwenen zouden zijn zoals al hun onbeschreven tijdgenoten.Cees Nooteboom

Volledige beschrijving

Specificaties

Auteur
C. Nooteboom, Cees Nooteboom
Uitgever
Atlas
ISBN
9789045000305
Bindwijze
Hardback
Publicatiedatum
Maart 2007
Categorie
Algemeen
Taal
Nederlandstalig
Aantal Pagina's
253

Beschrijving

Graf van Robert Louis Stevenson. Mount Vaea, het eiland Upolu, Samoa 1987
Wat was het eerste graf dat ik beschreef roen ik nog niet aan dit boek dacht? Ik was al over de veertig, een te late lezer van Proust: en ook daar, op P Lachaise, die sensatie van bijna familie, van te veel weten. Het was 1977, ik was nog vol van Albertine en Charlus, van de hertogin de Guermantes en Norpois, van Bloch en Elstir. Het was een novemberdag.
Allerzielen, koud en winters. De levenden bezochten de doden en ik bezocht de mijne en schreef op wat ik zag en dacht. Op de bestsellerlijst van de dood stond Balzac bovenaan: hij had vier bossen chrysanten en twee brandende kaarsje. Proust moest het doen met twee simple neergelegde bosjes roestkleurige asters.
G rd de Nerval met heel small en aandoenlijk bosje blauwe bloemetjes. Nu, zoveel jaren later, zie ik dat blauw van vergeet-mij-nieten nog voor me. Balzac en Nerval liggen in hetzelfde straatje, schuin tegenover elkaar: voor Proust moet je, net als de bezoekers van Piaf, de weg verlaten – zonder de landkaart van dit dodenrijk zou je zijn graf niet vinden. Toen ik ervoor stond wist ik niet precies wat ik moest denken. Het is natuurlijk ook verwarrend. Onder de schijn van een aanwezigheid – per slot van rekening staat ere en naam, ligt ere en doed – benoemt zo’n graf natuurlijk juist de afwezigheid van iemand: Proust is nergens meer, dus ook hier niet. En toch, door de concrete zwarte marmeren vorm van dat graf verkeer even in de illusie dat je zijn aanwezigheid bent, in zijn buurt, als het niet kinderachtig was zou je zeggen du c t e cbez lui en daarbij denken aan twee smalle kerktorens ergens in Normandi die in het leven van het kind dat de man zou worden die nu in dit graf ligt zo’n belangrijke rol gespeeld hebben dat hij er op een manier over zou schrijven die mij nu nog dwingt over hem en zijn verloren en teruggevonden tijd na te denken. Waarom? Omdat hij die tijd niet alleen voor zichzelf, maar voor iedereen die hem leest heeft teruggevonden. Maar ben ik wel in zijn buurt? Is hij niet veel meer met dat hele leven van hem, met al die figuren van wie ik nooit gehoord zou hebben als ik hem niet gelezen had, nu juist in mijn buurt gekomen? Ik kan er niet omheen, het gevoel blijft zich opdringen dat die zwarte, glanzende tombe voor me tot de rand gevuld is met samengebalde tjd, met teruggevonden tijd die de schrijver op de verloren tijd heroverd had. zodat er nog een nebuleus vermoeden om de lezer heen hangt over wie Charlus of Madame Verdurin of Albertine waren, schimmen die anders voorgoed verdwenen zouden zijn zoals al hun onbeschreven tijdgenoten.
Cees Nooteboom

Schrijf een recensie

Velden met een * zijn verplicht

Specificaties

Auteur
C. Nooteboom, Cees Nooteboom
Uitgever
Atlas
ISBN
9789045000305
Bindwijze
Hardback
Publicatiedatum
Maart 2007
Categorie
Algemeen
Taal
Nederlandstalig
Aantal Pagina's
253

Pak mee!