Waarom de Cornelis V. moest zinken

In januari 1967 vindt er op de Atlantische Oceaan een explosie plaats op de Cornelis V., een ertstanker die met een lading ijzererts op weg was van Vitoria in Brazilie naar de Hoogovens in IJmuiden. Het schip sloeg om, maar bleef drijven op zijn lege olietanks. De tanker werd na een aantal weken door de zeesleper Zwarte Zee ten zuiden van Gran Canaria tot zinken gebracht op verzoek van de verzekeraars. De bergingskosten waren te hoog. In datzelfde jaar gebeurden er nog meer vreemde ongelukken met de schepen van de ETM. Was het allemaal toeval of niet? Omdat zich op de ongelukkige reis van de Cornelis V. vele vreemde zaken afspeelden en daarbij zelfs enkele doden vielen, besloot 4e werktuigkundige Henk Voorne, die destijds opvarende was op de ertstanker en de schipbreuk aan den lijve had meegemaakt, vele jaren later het reilen en zeilen van de rederij ETM onder de loupe te nemen. Hij kreeg daarbij hulp van een paar bekenden. Het onderzoeksgroepje deed vreemde ontdekkingen en besloot Justitie in te schakelen.